-
1 kap
2 [capuchon; ook van monnikspij] hood3 [bedekking] hood 〈 auto, kinderwagen〉; 〈 motorkap van auto〉 bonnet, Ahood; coping 〈 van muur〉; gauntlet 〈 van handschoen〉♦voorbeelden:de kap van een huis • roof timbersde kap van een molen • the cap of a windmilleen auto met open kap • an open-topped carmet openschuivende kap • with a sliding roofeen auto met vaste/opvouwbare kap • a car with a fixed/folding rooftwee (huizen) onder één kap • two semi-detached houses; 〈 met betrekking tot tot één huis〉 a semi-detached house -
2 vinger
1 [deel van de hand] finger2 [deel van een handschoen] finger♦voorbeelden:zij is met een natte vinger te lijmen • she doesn't have to be asked twice〈 figuurlijk〉 als men hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand • give him an inch and he'll take a milehij heeft zich in de vingers gesneden • 〈 figuurlijk〉 he burned his fingers, he got (his fingers) burnedde vinger opsteken • put up/raise one's handeen vinger aan de pols houden • 〈 figuurlijk〉 have/keep a finger on the pulse〈 figuurlijk〉 iets door de vingers zien • wink at/overlook something, turn a blind eye to somethingmet de vingers knippen • snap one's fingers〈 figuurlijk〉 hij hoeft maar met zijn vingers te knippen of … • he only has to snap his fingers and …iemand met de vinger dreigen • shake/wag one's finger at someonehij had haar nog met geen vinger aangeraakt • he hadn't put/laid a finger on her〈 figuurlijk〉 zij kan hem om haar vinger winden • she can twist/wind him around her little fingerop de vingers van één hand te tellen zijn • be few and far betweende vinger op de wond leggen • 〈 figuurlijk〉 put/lay one's finger on the problem/(sore) spot, touch the (sore) spot〈 figuurlijk〉 dat had je op je vingers kunnen natellen • you could have known that, that was to be expectedgeen vinger voor iets of iemand uitsteken • not lift/raise a finger for something/someone -
3 huwelijk
1 [echtverbintenis] marriage♦voorbeelden:gemengd huwelijk • mixed marriageeen gemengd huwelijk aangaan • intermarryeen verkeerd/ongeschikt huwelijk (aangaan) • (make) a bad matcheen wettig huwelijk • a lawful marriageeen huwelijk (kerkelijk) afkondigen • publish the bannseen huwelijk inzegenen • perform a marriage serviceeen huwelijk sluiten/aangaan met • get married tohuwelijk bij volmacht/met de handschoen • marriage by proxyeen kind, buiten huwelijk geboren • a child born out of wedlockzijn huwelijk met • his marriage toeen meisje ten huwelijk vragen • propose to a girleen huwelijk uit liefde/uit berekening • a love match, a marriage of convenienceeen kerkelijk huwelijk • a church weddingeen huwelijk voltrekken • perform a marriage service, celebrate a marriagehet huwelijk voltrekken tussen X en Y • marry X and Yzijn huwelijk met • his marriage with
См. также в других словарях:
Liebe — 1. Ade, Lieb , ich kann nicht weine, verlier ich dich, ich weiss noch eine. Auch in der Form: Adieu Lieb, ich kan nit weinen, wilt du nit, ich weiss schon einen. (Chaos, 60.) »Wenn dir dein Liebchen untreu war, musst du dich nur nicht gleich… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon